Het weerstandsvermogen is ten opzichte van de begroting 2020 niet veranderd en 4,1% gebleven. Dit betekent een uitstekend ratio.
Eind 2019 vertoont de algemene reserve een saldo van € 14,3 miljoen. Om te bepalen of dit voldoende is, moet de relatie worden gelegd met de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s en is voor 2020 ongeveer € 4,7 miljoen. De beschikbare weerstandscapaciteit wordt gevormd door de algemene reserve tezamen met de onbenutte belastingcapaciteit, de stille reserves en de post onvoorzien. Voor 2019 is deze € 19,42 miljoen. Een uitgebreide toelichting op de weerstandscapaciteit staat in de paragraaf 4.2 “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.
De ratio van het weerstandsvermogen wordt als volgt bepaald:
Beschikbare weerstandscapaciteit: | 19.420.000 | ||||
= ratio weerstandsvermogen | = | 4,1 | |||
Benodigde weerstandscapaciteit: | 4.700.000 | ||||
Ratio weerstandsvermogen | Rekening 2017 | Begroting 2019 | Rekening 2018 | Begroting 2020 | Rekening 2019 |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 14.010.000 | 16.400.000 | 16.400.000 | 20.010.000 | 19.420.000 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 2.120.000 | 2.100.000 | 4.100.000 | 4.920.000 | 4.700.000 |
Ratio | 6,6 | 7,7 | 4,0 | 4,1 | 4,1 |
Normaal ratio | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |